1. Wat zijn de financiële en
eventuele juridische gevolgen als het bestemmingsplan niet wordt vastgesteld
door de gemeenteraad?
2. Zie uw beantwoording in vraag 8
van RIB.25.118. Kunt u ons die twee uitgewerkte scenario’s doen toekomen?
3. Wat is de huidige stand van
zaken van de stikstofbank?
a. Hoe wordt ervoor gezorgd dat deze daadwerkelijk stikstofruimte oplevert?
Graag een gedetailleerde toelichting.
b. Hoe wordt geborgd dat dit juridisch houdbaar is? Graag een gedetailleerde
toelichting. We gaan ervan uit dat hier een juridisch advies aan ten grondslag
ligt: kunnen we hiervan kennisnemen?
c. Hoe hoog zijn de kosten voor het realiseren van deze stikstofbank? Welke
kosten zijn hierin opgenomen? Zijn alle kosten voor de stikstofbank opgenomen
in de Grex (denk bijvoorbeeld aan juridische ondersteuning)? We gaan ervan uit
dat alle kosten worden doorgerekend in de kavelprijs. Wordt de verkoopprijs ook
aangepast indien de kosten in de Grex stijgen? Kunnen de prijzen verhoogd
worden waar er opties liggen (zie ook vraag 4)? Indien dat laatste niet het
geval is: wat betekent dit voor het rendement van de Grex?
d. Wanneer is de stikstofbank operationeel en kunnen vergunningen worden
afgegeven?
e. Hoe groot is het risico dat de stikstofruimte niet juridisch houdbaar is en /
of uiteindelijk nodig blijkt voor andere projecten, zoals woningbouw of
industrie, en daardoor niet beschikbaar is voor het hippisch cluster? Wat
betekent het eventueel niet doorgaan van de stikstofbank voor de Grex? Betekent
dit dan dat de boekwaarde (zie vraag 11 en het antwoord in RIB.25.118) als
verlies genomen moet worden?
f. ARGE: Als het saldo van de ARGE onvoldoende is om de boekwaarde op te
vangen: hoeveel moet er dan uit de algemene middelen worden bijgestort in de
ARGE? Is hier in de begroting in voorzien? Zo nee, waarom niet? Temeer daar ons
allerlei signalen bereiken dat diverse woningbouwproject-ontwikkelaars door de
hoge afdrachten ook een beroep op de ARGE gaan doen. Dus het lijkt steeds
aannemelijker te worden dat de ARGE uitgeput raakt en dat er vanuit de algemene
middelen geld bijgestort dient te worden.
4. Wat bedoelt het college exact
met de opmerking: “Alle kavels zijn wel in optie op basis van eerdere
acquisitie”?
a. Hoe oud zijn deze opties?
b. Wat is de looptijd/geldigheid van deze opties?
c. Hoe actueel zijn deze opties nog?
5. Hoe realistisch acht het college
de verkoop van de kavels?
a. Waarop baseert het college de uitspraak dat dit “zeer realistisch is”? Graag
bezien in relatie tot vraag 3: worden kavels überhaupt wel verkocht indien er
geen stikstofruimte is?
b. Op welke marktanalyses of onderzoeken is de verwachting gebaseerd dat er
tussen 2026 en 2031 voldoende vraag is naar de kavels van Grandorse?
6. Heeft het college eventuele
andere plannen of scenario’s overwogen voor deze locatie als de hippische
ontwikkeling uiteindelijk niet haalbaar blijkt?
7. Blijft de gemeente investeren in
de hippische sector als blijkt dat de kans op het terugverdienen van deze
investeringen kleiner wordt?
8. Het college geeft aan geen
signalen te hebben ontvangen dat de hippische sector zich deels verplaatst naar
België, maar ziet wel een versterking in een groter gebied.
a. Hoe komt het college tot deze beoordeling?
b. Is hier specifiek onderzoek naar gedaan?